Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zeide: Ik zweer [29]bij Mijzelven, spreekt de HEERE; [30]daarom dat gij deze zaak gedaan hebt, en uw zoon, uw enige, niet onthouden hebt; 29. Want Hij had geen meerderen, om bij te zweren; Hebr.6:13. Zie ook Jer.22;5. Elders zweert God bij zijn groten naam, Jer.44:26; ook bij zijn ziel, Jer.51:14; en bij zijn heiligheid, Amos 4:2. Dat is, bij zichzelven. In het volgende: spreekt. Hebr. Neum. Zie van dit woord Jer.23:31. 30. Versta hierdoor geen verdienende oorzaak der volgende belofte, die ook tevoren Abraham gedaan was, maar de vrucht of het einde der gehoorzaamheid Abrahams, die God uit genade met de vernieuwing zijner belofte, en met dezen zijn eed heeft willen vereren en belonen, tot meerdere versterking van het geloof Abrahams en zijner ganse kerk; zie hiervan Hebr.6:13,14,17,18.